Het was wel een eenzame Bonnie die achterbleef toen de hele familie Malone was vertrokken: haar vader en haar stiefmoeder op zakenreis, haar zusje Mary Fred naar de boerderij waar zij de hele vakantie zou werken, en haar broer Johnny, de werkstudent, naar zijn werk. Niet dat Bonnie het zo erg vond om alleen te zijn. Ze was tenslotte zeventien en bovendien was Johnny niet écht weg. Wat haar een beetje kwaad maakte, was het feit dat in de drukte van het vertrek niemand had willen luisteren naar haar plannen. En die waren het aanhoren toch heus wel waard. Bonnie was namelijk hoofdredactrice geworden van de schoolkrant, als opvolgster van de schatrijke Jennifer Reed. Jennifer had de redactieleden altijd ontvangen in een beeldige eigen kamer. En dus, vond Bonnie, moest zij óók aan zo'n kamer zien te komen. Ze had haar keus laten vallen op de oude wijnkelder. Maar om dat oude, muffe hok op te knappen had ze geld nodig, veel geld! En daarom wilde ze gedurende de zomer kostgangers in huis nemen. Nu, die kostgangers kwamen wel. Maar het geld niet! In de plaats daarvan kwamen moeilijkheden met haar vriendje Andy, maar ook heel veel plezier. De kostgangers, de dikke Lisa en de knappe Ty, bleken gezellige lui te zijn en zelfs de stijve 'chaperonne', die de bezorgde buren haar op het dak stuurden, ontdooide in de nabijheid van de spontane, jolige Bonnie. Dit boek is net zo gezellig en zo vrolijk als Bonnie zelf. En het is met zo'n vaart geschreven dat je moeite zult hebben met lezen op te houden.