Juniores 34
Reeks |
Prisma Juniores |
Nummer |
34 |
Uitgeverij |
Het Spectrum |
Jaar |
1963 |
Schrijver |
Daan Zonderland |
Titel |
Professor Zegellak in Kniesland |
Tekeningen |
C.W. Voges |
Bladzijden |
186 |
Inhoud |
: Zoals vermeld op de binnenflap |
De allerwonderlijkste avonturen van professor Zegellak, zijn vrouw Zieltje en hun beider koekoek worden in dit boek op dezelfde fantastische en humoristische wijze verhaald als in het eerste deel. Professor Zegellak begint in dit deel zijn verbazingwekkende loopbaan waar hij in het vorige is opgehouden, namelijk als burgemeester van Heenenweerië, dat dank zij een massale intocht van beren in Heenenbeerië wordt omgedoopt. Het echtpaar beleeft grote successen met een nieuw opgericht Heenenbeers Berenbassenkoor, totdat de beren heimwee krijgen en er vandoor gaan. Ook dit is echter niet onoverkomelijk voor des professors carrière, want koning Kauka Zus uit Kniesland nodigt de beroemde geleerde uit naar zijn land te komen, omdat zijn kanselier er met de kas en de gouden knikkers vandoor is. Professor Zegellak zet zijn vernuftigste beentje voor en bezorgt de koning kas, gouden knikkers en kanselier -de laatste in rupsvorm- weer terug. En wanneer de koning dan ondankbaar is en de professor niet goed betaalt, bevestigt de laatste de ondankbare monarch met een pas uitgevonden zweefpoeder fijntjes tegen zijn eigen plafond waar hij machteloos blijft rondbungelen, totdat professor Zegellak, Zieltje, de koekoek en hun vriend de katoendraak, per berenbus naar hun eigen land zijn teruggekeerd. Eigenlijk een boek voor de leeftijd van zes tot vijfentachtig, maar de acht- tot twaalfjarigen zullen er wel bijzonder veel plezier aan beleven.
|
|
Reeks |
: Prisma Juniores |
Nummer |
: 34 |
Uitgeverij |
: Het Spectrum |
Jaar |
: 1963 |
Schrijver |
: Daan Zonderland |
Titel |
: Professor Zegellak in Kniesland |
Oorspr. titel |
: idem |
Tekeningen |
: C.W. Voges |
Bladzijden |
: 186 |
Foto |
: |
Inhoud |
: Zoals vermeld op de binnenflap: |
De allerwonderlijkste avonturen van professor Zegellak, zijn vrouw Zieltje en hun beider koekoek worden in dit boek op dezelfde fantastische en humoristische wijze verhaald als in het eerste deel. Professor Zegellak begint in dit deel zijn verbazingwekkende loopbaan waar hij in het vorige is opgehouden, namelijk als burgemeester van Heenenweerië, dat dank zij een massale intocht van beren in Heenenbeerië wordt omgedoopt. Het echtpaar beleeft grote successen met een nieuw opgericht Heenenbeers Berenbassenkoor, totdat de beren heimwee krijgen en er vandoor gaan. Ook dit is echter niet onoverkomelijk voor des professors carrière, want koning Kauka Zus uit Kniesland nodigt de beroemde geleerde uit naar zijn land te komen, omdat zijn kanselier er met de kas en de gouden knikkers vandoor is. Professor Zegellak zet zijn vernuftigste beentje voor en bezorgt de koning kas, gouden knikkers en kanselier -de laatste in rupsvorm- weer terug. En wanneer de koning dan ondankbaar is en de professor niet goed betaalt, bevestigt de laatste de ondankbare monarch met een pas uitgevonden zweefpoeder fijntjes tegen zijn eigen plafond waar hij machteloos blijft rondbungelen, totdat professor Zegellak, Zieltje, de koekoek en hun vriend de katoendraak, per berenbus naar hun eigen land zijn teruggekeerd. Eigenlijk een boek voor de leeftijd van zes tot vijfentachtig, maar de acht- tot twaalfjarigen zullen er wel bijzonder veel plezier aan beleven.
Maak jouw eigen website met JouwWeb