Miranda is al negentien jaar. Ze heeft een saai kantoorbaantje, en als zoveel meisjes zou ze wel eens iets anders willen. Maar ze kan de moed niet opbrengen iets anders te gaan zoeken. Het ligt nu eenmaal in haar aard de moeilijkheden zoveel mogelijk uit de weg te gaan. Ze doet alles om de lieve vrede te bewaren, op kantoor zowel als thuis. Maar met dat al is ze helemaal niet tevreden. Haar hele bestaantje is één wachten: op iets groots, iets moois, op liefde. Er gebeurt echter nooit iets. In de jongens die ze ontmoet vindt ze niet wat ze zoekt, en soms twijfelt ze eraan of ze wel ooit ‘de’ man zal ontmoeten op wie ze wacht. Als ze eens op de kermis in de draaimolen zit, ziet ze ‘hem’ staan, de man van wie ze zou kunnen houden. Maar als de draaimolen stilstaat, is hij weg…In een andere gedaante ontmoet ze ‘hem’ op een vakantiedag. Hij is een jong schrijver en Miranda wordt onmiddellijk en hartbrekend verliefd op hem. Haar gevoelens worden echter niet beantwoord en Miranda voelt zich ellendiger dan ooit. Omdat ze niet ‘nee’ durft te zeggen gaat ze uit met de zoon van de baas, een slappeling die haar alleen waardeert omdat ze zonder iets te zeggen zijn eeuwige klaagzangen aanhoort. Maar dan komt het keerpunt in haar leven. De oorzaak daarvan is een huwelijksaanzoek van een man van wie ze niet houdt. Zal Miranda weer ‘ja’ zeggen omdat ze niet anders durft, of zal ze uiteindelijk de moed vinden om haar eigen weg te gaan en haar toekomst in eigen handen te nemen?