Professor Zegellak heeft in zijn loopbaan al heel wat gekke mannetjes ontmoet, maar Lodewijk Losbol spant wel de kroon! Hij is namelijk een echte losbol, dat wil zeggen dat zijn bol de vervelende gewoonte heeft los te gaan zitten en Lodewijk aan zijn lot over te laten. Dat is heel lastig voor hem, en het ergste vindt hij dat de dieren op het eiland hem zo uitlachen. De gedachte aan hem is al voldoende om hen in een onbedaarlijke lachbui te doen uitbarsten. Alleen de kip Amanda heeft een beetje medelijden met hem, en daarom vertelt zij professor Zegellak iets over hem. Lodewijk Losbol is de eigenaar van het huis waarin de professor en Zieltje en de koekoek wonen, en omdat ze vinden dat ze eigenlijk wel huur moeten betalen, gaan ze op zoek naar het wonderlijke mannetje. Hun tocht wordt onderbroken door ontmoetingen met het mannetje-in-de-maan, een nare betoverde koningin, en een tovenaar die naar uien ruikt, maar tenslotte vinden ze Losbol. Hij zit eenzaam op een lantaarnpaal en is heel treurig, want Lodewijk is er weer vandoor. Gelukkig vangt de professor Lodewijks voeten, die eenzaam door de straat stappen, en de volgende dag vindt hij ook de rest van Lodewijk. Terug op het eiland brouwt hij een zelfbeheersingsdrankje voor het arme mannetje, zodat hij voortaan niet meer uit elkaar valt, en dan gaan ze met z'n allen een herberg zoeken, want Lodewijk Losbol wil zo graag kastelein worden. Maar ze krijgen geen rust, want ze ontmoeten Janus en de heks Carilla, prinses Hildegonda en prins Harold, en Halewijn Halfrond met zijn kapotte kookorgel, en de vervelende koning Kauka Zus, en.....maar lees dat zelf maar.