Dilly is olifantjongen in het circus-op-wielen van Pa Hathaway. Het is een baantje dat hij voor geen ander zou willen ruilen en zeker niet meer op de dag dat zijn baas hem komt vertellen dat de nieuwe olifant die het circus heeft gekregen - het heeft er nu drie - helemaal aan hem zal worden toevertrouwd. Ebbo heet die nieuwe - een prachtig, zwart glanzend dier dat in Birma geboren is en ongeveer van dezelfde leeftijd is als Dilly. Dilly is wild-enthousiast en hij twijfelt er niet aan of zij zullen heel gauw goede maatjes zijn. Het pakt een beetje anders uit. Ebbo heeft namelijk heel veel gehouden van zijn vroegere baas en mist hem zo erg dat hij van andere mensen niets wil weten. Hij wantrouwt ze en een van hen haat hij zelfs. Dat is de circusknecht die hem wreed behandelt heeft. Als deze hem weer eens treitert, vlucht Ebbo weg van het circus, de bossen in. Hij is zo razend dat hij op zijn tocht niets en niemand ontziet en ongelukken maakt. Hij maakt het zelfs zo bont dat de brave Pa Hathaway, in paniek gebracht door de klachten die hij moet aanhoren, opdracht geeft de zwarte op te sporen en hem dood te schieten. Maar dat neemt Dilly niet. Tenslotte is het zijn olifant en wie aan Ebbo komt, komt aan hém. Op zijn eentje trekt hij Ebbo achterna, vastbesloten hem te redden. En dan beleeft hij een avontuur, zo spannend dat je het werkelijk ademloos volgt. Zal hij zijn kameraad nog tijdig, dat wil zeggen eerder dan de mannen die het op de ondergang van de olifant voorzien hebben, bereiken? En vooral: zal Ebbo hem aanvaarden als vriend?