Toen de zestienjarige Billy Alden hoorde, dat zijn vader en moeder voor zaken op reis moesten en hij zou worden uitbesteed op een paardenranch, was hij helemaal niet blij. 'Een paardenfokkerij', dacht hij, 'kilometers ver van de bewoonde wereld, wat moet je daar in 's hemelsnaam de hele dag uitvoeren? Na een dag heb je er meer dan genoeg van!' Ja, dat dácht Billy. Maar als je hem na zijn vakantie op de ranch gevraagd had of het er saai was, dan zou je het volgende antwoord gekregen hebben: 'Saai? Hoe kóm je erbij! Ik heb nog nooit een vakantie beleefd, waarin zóveel spannende dingen gebeurden!' En dat was ook zo. Want op de dag dat Billy op de Wilde Paardenranch aankwam, was er in de stad net een bankoverval gepleegd door drie boeven, waarbij de kassier gedood werd. De boeven moesten zich in de omgeving van de ranch schuilhouden. Paul Wilson, de eigenaar van de ranch, trok met de sheriff mee om de boeven te vangen, maar ze vonden niets! Op een heel onprettige manier maakte Billy kennis met één van de boeven, en het zou er niet zo mooi voor hem hebben uitgezien, als er niet onverwacht hulp was komen opdagen, in de vorm van...het spookpaard! Dit paard, een prachtige wilde hengst van een oud mustang-ras, was het ideaal van alle cowboys uit de omgeving, maar het was nog niemand gelukt hem te vangen. Voor Billy was de ontmoeting met het spookpaard dat hem op zo'n onverwachte manier hielp bij het gevecht met de boef, de boeiendste belevenis van zijn vakantie. Een spannend boek voor jongens die van avontuurlijke cowboys houden.