'Morgen beginnen mijn zoon en ik aan het grootste avontuur van ons leven...We zetten koers naar het hart van Centraal Zuid-Amerika; voor de beschaafde wereld een groen, ruw en onbekend gebied, waar de verhalen over wilden en de legenden van het oerwoud nog werkelijk zijn.' Zo begint dit spannende boek, dat een verslag is van de gebeurtenissen op de avontuurlijk tocht van vader Vaughn en zijn 17-jarige zoon Nelson. Door het dichte, bijna ondoordringbare Braziliaanse oerwoud ging die tocht, door gebieden waar nog nooit een blanke man voet had gezet. Het reisdoel was Bananal, een geheimzinnig eiland midden in de jungle. Het was geen gemakkelijke reis. Aan alle kanten loerde gevaar; achter de kano van Nelson en zijn vader zwommen de krokodillen en de nog gevaarlijker kleine piranha's, die een mens, als hij het ongeluk heeft in het water te vallen, in enkele minuten verslinden. En in het oerwoud loerden de Chavante-Indianen, wrede lieden die hun zwakkere buurstammen en ook vreemdelingen vermoorden! Toen Nelson en zijn vader het eiland Bananal eindelijk hadden bereik, sloeg hun kano kapot en daarmee verdween het vervoermiddel dat hen weer naar de beschaafde wereld had kunnen brengen. Tot overmaat van ramp werden zij gevangen genomen door indianen. Hoe vader en zoon uit de wildernis wisten te ontsnappen en hoe zij aan alle gevaren ontkwamen is zó spannend beschreven, dat het je ademloos geboeid zal houden, vooral als je bedenkt dat dit alles echt gebeurd is.