'Ik ben hier eens geweest voor een bepaald geval. Een heel eigenaardig geval zelfs, en we hebben het nooit kunnen oplossen.' Dat zegt hoofdinspecteur Branxome van Scotland Yard, als hij met zijn zeiljacht aangelegd heeft bij het aardige oude plaatsje Abingdon. Zijn kinderen, Peter, Michael, Jill en haar vriendin Carol, spitsen hun oren, want ze voelen dat er een spannend verhaal gaat komen. Ze krijgen gelijk, want inspecteur Branxome vertelt hun over de geheimzinnige zaak van de oude zeeman, Jan van Dordrecht, die tijdens de oorlog dobberend in zijn kleine zeilbootje op de Noordzee is gevonden, nadat hij uit het bezette Nederland was gevlucht. Jan was in Engeland gastvrij verwelkomd en verpleegd, en de laatste paar jaar van zijn leven had hij doorgebracht in een hofje in Abingdon. Na zijn dood was er een groot geheim aan het licht gekomen: Jan was namelijk uit Dordrecht weggegaan met een kostbare schat aan juwelen, die hem was toevertrouwd door mensen die hun bezit liever niet aan de bezetter afstonden. Maar ... Jan was zonder schat in Engeland aangekomen! Wat was er mee gebeurd? Was deze op zee overboord geslagen of ... had Jan hem ergens in Nederland verstopt? Niemand was er ooit achter gekomen. Jill en Peter, Michael en Carol zijn hevig onder de indruk van het mysterie, en ze zouden het wat graag oplossen. En ... die kans krijgen ze, want inspecteur Branxome wordt plotseling weggeroepen en de kinderen varen nu op eigen houtje naar Nederland, waar ze heel wat spannende avonturen beleven die verband houden met de schat van oude Jan.