Inhoud:

In dit verhaal worden twee kinderen in een mysterie verwikkeld dat draait om een oude verborgen smokkellaarsschat. Het begint allemaal met de oude herberg die Jons moeder erft en waarin hij en Penny een eigen domein krijgen: een half verscholen kamertje. Het is een heerlijke schuilplaats en het wordt allemaal nog veel fijner als ze ontdekken dat er een oude kist in het kamertje staat, waarin allerlei papieren en kaarten zitten en bovendien een aanwijzing om de schat te vinden. Natuurlijk maken Penny en Jon meteen een plan de schat op te sporen, maar dan blijkt dat er iemand stiekem in hun kamertje heeft ingebroken. Hoe kan dat? Ze hadden de deur toch afgesloten! Dan ontdekken ze een andere deur, die toegang geeft tot een groezelige trap en een onderaardse gang. Nu verschijnen David, Mary en Dickie ten tonele, leden van de eenzame Sparreboomclub (bekend uit Raadsels om de Heksenhoek, J194 en Het geheim van de zeven witte hekken, J197) en met zijn allen gaan ze het mysterie ontrafelen. Daar komen heel wat spannende en gevaarlijke belevenissen aan te pas. Drie van hen worden zelfs ontvoerd door een misdadigersbende die er niet voor terugdeinst de kinderen op te sluiten in een huis dat gevaar loopt te worden overstroomd. Gelukkig zijn de andere clubleden er nog, maar ook zij moeten heel wat avonturen doorstaan voordat ze de misdadigers onschadelijk kunnen maken.