Leven als een indiaan met de indianen - dat is een avontuur dat de meeste jongens wel aantrekt. Maar voor Lan is het leven van alledag niet altijd even prettig, ook al woont hij dan bij de indianen. Hij was drie toen een Comanche hem het leven redde en hem bij zich in de stam opnam. Lan voelt dat hij bij hen hoort, maar hij is er zich ook steeds van bewust dat hij eigenlijk een blanke is. Dit - zijn blanke afstamming - is het wapen dat zijn aartsvijand Gele Wolf telkens weer tegen hem gebruikt. Lan heeft een groot talent: hij bezit de gave om op een bepaalde manier tegen paarden te spreken zodat ze zich gemakkelijk laten temmen. Dat weet Gele Wolf en hij haalt Lan over, het paard van de commandant van het blanke fort te stelen. Door verraad valt Lan in handen van de blanken. Nu is hij de gevangene van zijn eigen volk! Maar zodra men ontdekt dat hij een blanke is, wordt hij goed behandeld. Zijn talent om met paarden te spreken wordt al gauw ontdekt en hij beleefd opwindende avonturen als hij de opdracht heeft gekregen een prachtige witte wilde hengst te vangen. Naarmate Lan de levenswijze van de blanken beter leert kennen, strijden twee verlangens in hem steeds sterker om de voorrang: terug naar de Comanches óf bij zijn eigen volk blijven. Als hij na allerlei avontuurlijke gebeurtenissen door de Indianen zowel als de blanken wordt vrijgelaten in zijn keuze, vindt hij eindelijk de oplossing van zijn moeilijkheden.