Dit avontuurlijke verhaal speelt in Australië, waar nog uitgestrekte gebieden woest en onontgonnen land zijn. Drie jongens en twee meisjes trekken er te voet dwars doorheen -niet alleen omdat ze dat zo leuk vinden, maar met het doel een oude misdaad op te lossen. In een grot aan de kust hebben ze namelijk een oude inscriptie gevonden: de letters S.P. Grootvader vertelt hun dat dit de beginletters zijn van de naam van Simon Patterson, een man die daar bijna anderhalve eeuw geleden dood is gevonden. Simon Patterson was een veroordeelde die uit Engeland naar Australië werd verbannen en die ervan verdacht werd de familie Farley, bij wie hij op de boerderij werkte, vermoord te hebben. Slechts één lid van de familie, de zoon Edmund, was ontsnapt, maar niemand had ooit meer iets van hem gehoord. Karen, een van de meisjes, kan maar niet geloven dat Simon Patterson die gruwelijke daad werkelijk begaan heeft. Volgens de verhalen was hij immers een vriendelijke man. De geschiedenis maakt diepe indruk op haar, en zij stelt de anderen voor naar de plek te gaan waar de boerderij van de familie Farley stond om te zien of ze kunnen ontdekken wie de werkelijke dader is. En zo gaan ze op weg. Zestig kilometer door de Australische 'bush' is geen kleinigheid en ze krijgen dan ook heel wat moeilijkheden te overwinnen voor ze de vervallen boerderij - én de oplossing van het mysterie - bereiken.