Juniores 156

Reeks

 Prisma Juniores

Nummer

 156

Uitgeverij

 Het Spectrum n.v.

Jaar

 1961

Schrijver

 Lucy M. Boston

Titel

 De kinderen van Groenowa

Oorspr. titel

 The children of Green Knowe

Tekeningen 

 C.W. Voges

Bladzijden

 160

Inhoud:

 

Dit verhaal gaat over een jongetje, een erg eenzaam jongetje met een smal gezicht en grote ogen die een beetje angstig de wereld in kijken. Hij heeft een prachtige naam: Toseland, maar daar schaamt hij zich een beetje voor. Wie heet er nu Toseland? Op school noemen ze hem Toosje, en dat vindt hij natuurlijk nog veel erger. Toseland voelt zich een beetje verloren. Zijn vader is ver weg, in Birma, en zijn moeder is dood, en nu is hij in zijn eentje op weg naar zijn overgrootmoeder, die hij nog nooit gezien heeft en die al verschrikkelijk oud moet zijn. Ze woont in een huis met een gekke naam: Groene Noach. Als ze maar geen heks is! denkt Toseland. Maar zijn overgrootmoeder is geen heks! Ze is een lief oud vrouwtje met zilvergrijs haar. Ze noemt Toseland Tolly, de leukste naam die hij ooit gehoord heeft. En Groene Noach is een echt kasteel, waarin heel lang geleden een andere Toseland gewoond heeft, een leuke jongen die alsmaar kattekwaad uithaalde met zijn broertje Alexander en zijn zusje Linnet. Tolly leert ze al gauw kennen, want in de kamer hangt een groot schilderij waar ze op staan. "Wat zou het leuk zijn om met hen te kunnen spelen!' denkt hij, en dan gebeurt er iets wat anders alleen in sprookjes kan: Tolly voelt dat de kinderen er nu nog zijn! Als hij in de tuin loopt, hoort hij Linnet plagerig lachen, en in de stal hoort hij het gehinnik van Toselands paard. Ook in huis spelen ze verstoppertje met hem en andere spelletjes. Tolly vergeet helemaal dat hij een eenzaam jongetje is. De kinderen van het schilderij zijn nu zijn vriendjes en zij bezorgen hem de heerlijkste vakantie van zijn leven.