'En Tijl, wat koop je voor jezelf als je groot en rijk bent?' vraagt moeder Uilenspiegel aan haar kleine zoon. Tijl bedenkt zich geen ogenblik. 'Ik koop een zotskap, moeder! Zo een met koperen belletjes. En daar ga ik mee door Damme lopen. Alle mensen zullen dan om me lachen. En ikzelf zal de grootste pret hebben!" Uit dat antwoord merk je al wat voor een jongen die kleine roodharige Tijl Uilenspiegel uit het Vlaamse stadje Damme is. 'Zoek de lach op', zegt zijn vader steeds tegen hem, en dat is de enige goede raad waar Tijl zich iets van aantrekt. Hij heeft reuzenveel plezier in het leven; altijd is hij voor een grap te vinden. Het mooist vindt hij, de goedgelovige burgers poetsen te bakken. Als Tijl van school komt, moet hij aan het werk. Maar dat valt niet mee! De onverbeterlijke grapjas kan het niet laten zijn baas te pakken te nemen en zo wordt het met Tijl al gauw: twaalf ambachten, dertien ongelukken. Maar dat kan hem niet veel schelen. Lachend en grappen makend trekt hij het leven door. Het verhaal van Tijl Uilenspiegel is al eeuwen uit. Maar nog steeds moeten de mensen lachen om zijn streken. De bekende schrijver Jan Mens heeft ze in dit boek voor jullie naverteld. Begin er maar gauw aan. Maar zorg dat je op een stevige stoel zit, anders loop je de kans dat je omvalt van het lachen!