Aan het begin van dit verhaal wordt Biggles verrast met een onverwachte gebeurtenis: hij krijgt promotie. Meteen wordt hij belast met een nieuwe opdracht die niet zonder de nodige moeilijkheden blijkt te verlopen. Zijn opdracht voert hem ditmaal naar Arabië, het land dat direct een beeld van uitgestrekte, dorre zandwoestijnen bij ons oproept. Iemand die het onmisbare vervoermiddel, de kameel, kwijtraakt, is meestal onherroepelijk verloren. Een bende bandieten heeft zich meester gemaakt van een soort verdovingsmiddel, verkregen uit de bladeren van een struik die in de woestijn groeit. Zij gebruiken dit middel om mensen te beroven en verwerken het in sigaretten als een soort opium. Biggles wordt erop afgestuurd om hier een einde aan te maken door de aanplant van het gewas uit te roeien. Op weg ernaar toe krijgt hij hulp van een Arabier die door een van de boeven is verraden. Wanneer hij, samen met Ginger, aankomt op het terrein waar de planten groeien, raakt Ginger bedwelmd en valt in handen van de bendeleider. Biggles wil hem bevrijden, maar wordt ook gevangen genomen. Na tal van spannende situaties slagen zij er echter in op het uiterste nippertje nog te ontkomen en hun opdracht te volvoeren. Liefhebbers van spannende verhalen zullen van dit Bigglesboek weer volop kunnen genieten.