Dit verhaal gaat over een gezellige familie, die wel niet veel geld heeft maar beschikt over een rijkdom die veel belangrijker is: saamhorigheidsgevoel, eensgezindheid, en de vaste overtuiging dat je het leven van de plezierigste kant moet bekijken. Er zijn vier kinderen: Ed, Carla, haar tweelingbroer Bill, en Polly. De oudste drie weten precies wat ze later willen worden. Ed, die zoveel van planten en dieren houdt, wordt later boer; Carla wil trouwen en twaalf kinderen krijgen; Bill, die erg leuk is om te zien, wil later bij de film of de televisie. Alleen Polly weet nog niet wat ze later zou willen worden. Ze heeft helemaal geen bijzondere talenten, denkt ze. Maar daarin vergist ze zich. Er is namelijk één ding dat ze heel graag – en heel goed – doet: dansen. Als ze muziek hoort, komt ze vanzelf in beweging. Dan vergeet ze helemaal waar ze is en denkt alleen nog maar aan het dansen en aan de muziek. Dat overkomt haar ook eens als ze op straat een draaiorgel hoort – en zo wordt ze ontdekt door een vreemde oude mevrouw die balletlerares blijkt te zijn. ‘Het kind heeft aanleg, ze móet les hebben,’ zegt ze tegen Polly’s ouders. Dezen willen hun jongste dochter natuurlijk graag een kans geven, maar…wie moet het betalen? Nu komen echter de andere kinderen in actie. Die verzinnen allerlei manieren om Polly’s lesgeld te verdienen. Natuurlijk beleven ze daarbij van alles. Wát precies, dat lees je in dit gezellige boek.