De oude Inca's, het mysterieuze en onmetelijk rijke volk dat eeuwen geleden in de bergen van Peru leefde, vormen nog steeds een uitdaging voor de geleerden. Want niemand weet er het rechte van, niemand weet hoeveel schatten er nog verborgen zijn in de onherbergzame streken waar de Inca's  hun steden bouwden. Vanzelfsprekend dat de meeste onderzoekers en geleerden wel iets voelen voor een expeditie naar dat land. Maar heel vaak ontbreekt hun het nodige kapitaal. Zo is het ook met professor Winkelmann, de vader van Hans en Mary, die vroeger een beroemde ontdekkingsreiziger was, maar nu de vreemdste baantjes moet aannemen om in zijn levensonderhoud te voorzien. De kinderen bezorgen hem echter een betrekking bij het Museum voor Volkenkunde en nu duurt het niet lang of de professor wordt uitgezonden naar Peru. Tot hun grote vreugde mogen Hans en Mary mee! Voor het eerst van hun leven horen zij  iets over de geheimzinnige Inca-cultuur, en het is Sango, een vreemde, Indiaanse jongen, door wie zij iets van de oude Inca-geheimen leren kennen. Hun tocht is gevaarlijk, het werk uitputtend en aanvankelijk zonder resultaat, maar zij komen geheel onder de bekoring van de mysterieuze Inca's, vooral als Hans en Mary samen met hun vader een opzienbarende ontdekking doen.