Als de natuurkundeleraar aan Pims klassenleraar vraagt of Pim ze nog wel alle vijf heeft, glimlacht deze. ‘Er steekt geen kwaad in die jongen’, zegt hij. ‘Hij heeft alleen teveel energie. Later zal hij zich waarschijnlijk vrijwillig melden voor een tocht naar de maan of zo.’ ‘Hoe eerder hoe liever,’ antwoord de natuurkundeleraar uit de grond van zijn hart. Want Pim is de schrik van de school. Als er ergens iets schokkends gebeurt, kun je er zeker van zijn dat Pim erachter zit. Hij houdt ervan mysteries op te lossen, en als die er niet zijn, dan verzint hij er wel een. Zoals nu, met het geval van de nieuwe fabriek voor kosmetische producten. Met enige moeite is Pim erachter gekomen dat onder ‘kosmetische producten’ verstaan wordt de rommel die vrouwen zoals zijn zuster Angela, op hun gezicht smeren. De fabriek zelf is de moeite niet waard voor Pim, maar dat de vader van zijn vriendje Dick er gaat werken, vindt hij verdacht. Want die is werktuigbouwkundig ingenieur en, volgens Pim, veel te verstandig om zich met poeder en lippenstiften bezig te houden. Pim ruikt een geheim! En hij rust niet voordat hij met zijn vriendjes Peter en Dick een spannend onderzoek in de fabriek heeft ingesteld. Eén ding komt hij te weten: er worden niet alleen crèmes en poeders gemaakt. In een geheim vertrek ziet Pim iets dat op een straalmotor lijkt! Pim heeft gelijk. Er gebeurt iets vreemds in de fabriek. Maar wat? Spannende dingen, waarbij Pim zijn speurdersgeest tot het uiterste moet inspannen. Zal hij het geheim oplossen?