Tommy Glover was twaalf jaar, toen hij voor de eerste maal de man zag die in de komende jaren zo'n grote rol in zijn leven zou spelen. Het was een grote, donkere man, met lange, slungelige armen en een gezicht dat Tommy vanaf het eerste moment niet aanstond. Hij vertrouwde de man niet en het beviel hem daarom helemaal niet dat zijn moeder de vreemdeling wél leek te vertrouwen en alles geloofde wat hij zei. De man beweerde dat hij op zee (dat hij een zeeman was klopte, dat had Tommy meteen wel gezien) Tommy's vader had gekend, vóór die door een zeerover vermoord werd. Hij beschreef hoe kapitein Glover door de beruchte zeerover Benito zonder meer werd neergeschoten, en hoe hij hem nog gevraagd had het aan zijn vrouw te gaan vertellen. Het verhaal klonk geloofwaardig genoeg, maar toch had Tommy het gevoel dat de man stond te liegen. Hij had vast wat op zijn kerfstok, dacht Tommy. Het verwonderde hem dan ook eigenlijk niet dat de vreemdeling even plotseling verdween als hij gekomen was, toen Tommy hem verteld had dat een belangrijke figuur uit het dorp naar hem had geïnformeerd. Tommy was blij dat de man weg was, en ook dat zijn moeder 'nee' had gezegd toen hij haar had gevraagd met hem te trouwen. Maar Tommy had het bij het verkeerde eind toen hij dacht dat hij de vreemdeling nooit meer zou zien. Hij ontmoette hem voor een tweede keer, en wel in omstandigheden die verre van benijdenswaardig waren. Nu toonde de man zich in zijn ware gedaante en Tommy beleefde avonturen met hem die hij niet zo gauw zou vergeten!