Inhoud:

Dit is een boek dat vol is van wilde dieren, die wij in ons land alleen maar in de dierentuin te zien krijgen, dingo’s, kangoeroes, kaketoes en andere; vol van de ruigheid van de Noordwestaustralische rimboe met zijn afstanden van honderden mijlen van veestation tot veestation; vol van de grootsheid en woestheid van de natuur, waarin een groepje ruiters van de politie verloren gaat als een heel klein sterretje in het heelal; vol van adembenemende avonturen bij de jacht op een misdadigersbende. Te midden van dit alles staat een Amerikaanse jongen, Glen Hamilton, die in San Francisco woont, van school gestuurd is en nu in zijn vakantie naar zijn oom reist, die sheriff is in het Kimberley-district. Hij is een lastige, verwende jongen en ziet uit de hoogte neer op het primitieve gedoe in Australië. Hij berokkent zijn oom een hoop last en niemand mag hem erg; zelfs de huispapegaai niet.

Toch blijkt Glen een flinke knaap. Maar voordat dit blijkt, krijgt hij heel wat moeilijkheden, avonturen en gevaren te doorstaan, wanneer hij door een toevallige loop van de omstandigheden aan de patrouilletocht van zijn oom en diens politieruiters moet deelnemen.

Voor jongens, die van avonturen houden en graag iets over dit verre land, zijn mensen, zijn beesten en zijn natuur willen horen, is dit een heerlijk boek.