Omdat de jonge Gulliver zich eenmaal in het hoofd had gezet dat reizen de meest aanlokkelijke bezigheid ter wereld is, kon geen mens hem er nog van weerhouden om aan zijn hartewens gevolg te geven, toen hem een prachtige kans tot avontuur werd geboden. Want Gulliver was even eigenwijs als ondernemend. En dat is maar goed ook, want ware dat niet het geval geweest, dan was het vreemdste, avontuurlijkste en ongelooflijkste reisverhaal van onze geschiedenis nooit geschreven. Gelukkig sloeg Gulliver dus alle goed bedoelde waarschuwingen in de wind en zeilde als scheepsarts het avontuur tegemoet. Maar hoe merkwaardig zijn belevenissen wel zouden zijn, zou hij pas te weten komen toen hij na een schipbreuk wakker werd op het volkomen onbekende eiland "Liliput", en de bewonertjes hem al stevig hadden vastgebonden met talloze liliputtouwtjes. Maar het liliputste avontuur zou in de meest letterlijke zin kinderspel zijn, vergeleken met Gullivers -ook alweer ongewilde- ontmoeting met de reuzen van Brobdingnag waar niet alleen de mensen reusachtig zijn, maar ook bijvoorbeeld de wespen, de poezen, de honden, de appels en de vogels. Toch zullen het juist Gullivers ondermaatse afmetingen zijn, die hem uit Brobdingnag helpen ontsnappen. Of was het te danken aan het gelukkige gesternte van deze beroemdste reiziger aller tijden?